Eigenlijk gaat het er bij een wereldkampioenschap snooker alleen om wie het laatste frame van de finale wint.
Toch is het leuk om op zo’n WK allerlei statistieken los te laten.
Dat is precies wat SportStat, het bedrijf achter de livescoring van World Snooker, doet. Ik vind ze heerlijk, zulke cijfertjes die soms een heel andere kijk op een partij werpen.
Zo blijkt dat runner-up Ali Carter in het hele toernooi ongeveer evenveel ballen potte als wereldkampioen Ronnie O’Sullivan, maar daarmee 948 punten minder scoorde.
In totaal werden er in de 31 partijen van het WK 59.394 punten gescoord.
Ook leuk: Martin Gould verloor dan wel al in de eerste ronde, gemiddeld scoorde hij per frame de meeste punten van iedereen – op wereldkampioen O’Sullivan na.
Tijdens het WK werd er 180 uur lang gesnookerd. In die tijd werden er 25.977 shots gespeeld, die in 17.125 gevallen tot een pot leidde, waarvan 3312 keer een zwarte bal.
Kijk hier op worldsnooker.com voor meer statistisch materiaal van het WK.
Lees ook:Het snookerseizoen in cijfers, cijfers, cijfers
Lees ook:Carter, Ding, Gould en Fu naar halve finales CL
Lees ook:Robertson was niet de beste volgens statistieken
Lees ook:Ryan Day eerste OneForSeven-kampioen
Lees ook:Gold for Gould: O’Sullivan laat zich verrassen in finale